Een ode aan secundaire literatuur

Niemand kan alles leren. Niet alleen vanwege de beperkte opslag- en verwerkingscapaciteit van de interne hardware die men wel het menselijke brein noemt, maar ook omdat het voor de meesten van ons onmogelijk is om genoeg tijd en (betaalbare) leraren te vinden voor elk onderwerp.1 Als je deze ogenschijnlijk onoverkomelijke obstakels toch wilt trotseren om op een eindeloze ontdekkingsreis van kennis te gaan– iets wat mijn goedkeuring natuurlijk kan wegdragen – is het belangrijk om voldoende laagdrempelige ingangen te vinden voor nieuwe onderwerpen die buiten het bereik van je eerder genoten onderwijs en de vrijwillige kennisverwerving in je vrije tijd vallen. En hier bewijzen de twee specifieke genres van secundaire literatuur die ik vandaag wil bespreken hun nut.

Dit blog is ook beschikbaar in het Engels.

Mijn waardering voor secundaire literatuur

Het is wellicht het enige aspect aan onderzoek dat ik leuker vind dan primaire bronnen bestuderen: secundaire literatuur lezen. Want dat laatste is, geloof het of niet, eigenlijk best een ontspannende bezigheid. secundaire literatuur is namelijk – als het goed is – geschreven met hedendaagse studenten en onderwijzers in het achterhoofd. Dit in tegenstelling tot de meeste primaire bronnen, althans waar het de geesteswetenschappen aabgaat. Dus je wordt min of meer bij de hand genomen en elke minuut die je met zulke boeken, lezingen of computerprogramma’s doorbrengt is gevuld met het verwerven van nieuwe kennis. Daarnaast helpt secundaire literatuur je vaak bij het begrijpen van de primaire bronnen waar hun inhoud uiteindelijk op gebaseerd is.2 Om van deze vrijgevig geschonken kennis te kunnen profiteren, hebben we echter wel vaak een zekere achtergrond in het desbetreffende vakgebied nodig. Want zonder een zekere basiskennis over de fundamenten, het jargon en de gezaghebbende stemmen in een onderzoeksveld kan men al snel verdwalen – zelfs in de secundaire literatuur.

Gelukkig zijn er twee soorten secundaire literatuur die er specifiek op gericht zijn om ons hiermee te helpen. In de eerste plaats zijn er werken over bredere onderwerpen waarin de auteurs zijdelings de disciplines uit de doeken doen waar zij hun informatie uiteindelijk vandaan hebben gehaald. En in de tweede plaats zijn er werken die uitdrukkelijk bedoeld zijn om hun publiek een introductie tot een bepaald vakgebied te bieden. Hieronder licht ik deze beide genres toe, uiteraard verluchtigd met enkele van mijn eigen favorieten uit alle mogelijke secundaire literatuur.

Impliciete introducties

Er zijn heel veel pennenvruchten die zich voordoen als besprekingen van één of meerdere brede onderwerpen, maar waarbij als noodzakelijke achtergrondformatie en voor de begrijpelijkheid ook inzichten zijn opgenomen die hele vakgebieden en de primaire bronnen die daarin bestudeerd worden, voor het voetlicht brengen. Zo verkrijgen we niet alleen maar informatie over het aangekondigde onderwerp of de aangekondigde onderwerpen, maar wordt ons tegelijkertijd een blik vergund op het onderzoek en de theorievorming die deze informatie uiteindelijk schraagt. Zodoende kom je vaak bij dit soort secundaire literatuur terecht als je in een bepaald onderwerp geïnteresseerd bent en eindig je die intellectuele onderneming met meer belangstellingen dan waarmee je begon!

Mijn favoriete voorbeelden van dit soort secundaire literatuur laten de onderliggende complexiteit zien van onderwerpen die vaak als relatief eenduidig worden ervaren. Veel auteurs binnen de gehandicaptenstudies hebben bijvoorbeeld een aantal van de veelvoorkomende tegenslagen in het dagelijks leven voorzien van een doortimmerde theorievorming. Mijn eerste volwaardige begrip van de ideeĂ«n van de Franse socioloog Pierre Bourdieu heb ik onder andere te danken aan de bespiegelingen van Jacky Scully op de bioethische aspecten van het hedendaagse leven met een functiebeperking.3 En mijn kerkgeschiedkundige kennis is fors gegroeid met het lezen van Anthony Kaldellis’ recente boek over de geschiedenis van het Oost-Romeinse Rijk.4 Om nog even bij het verleden te blijven, zou ik het boek Silencing the Past van Michel-Rolph Trouillot aan iedereen willen aanraden die ook maar een beetje geĂŻnteresseerd is in het ontrafelen van het voorbije tijden. Hoewel het voornamelijk handelt over machtsrelaties in de geschiedschrijving – en dan specifiek waar het HaĂŻti betreft – is dit zo’n gelaagd en erudiet boek dat het verplicht leesvoer zou kunnen zijn.5 In al deze gevallen kan men telkens iets fundamenteels leren over de vakgebieden die de kennis van de auteur over het besproken onderwerp informeren.

Daarenboven kan secundaire literatuur de horizonten verbreden van degenen die al heel veel weten van een bepaald vakgebied door bijvoorbeeld dwarsverbindingen – zowel de reeds bestaande als de slechts hypothetische – tussen bepaalde onderzoeksvelden te suggereren. Als iemand die geïnteresseerd is in de ecologische geesteswetenschappen, valt het mij op dat het bestuderen van het klimaat in de oudheid mij dwingt om mij eveneens te verdiepen in de hedendaagse meteorologie. Want de uiterst gedetailleerde data die we tegenwoordig verzamelen, kan ons helpen om de plaatsvervangende gegevens waaruit we informatie over het klimaat in de oudheid kunnen afleiden, zoals pollen of ijskernen, te interpreteren. Dat zit zo, we kunnen de resultaten van onze hightech klimaatmetingen vergelijken met de huidige staat van het ijs en de pollen. Vervolgens kunnen we naar diezelfde indicatoren kijken uit het verleden – oud ijs en oude pollen, dus – en onze conclusies trekken over het klimaat van toen.6 En dit is iets wat geen enkele primaire bron uit de oudheid – zelfs niet een breed geïnteresseerde onderzoeker als de Griekse filosoof Aristoteles – ons zou kunnen vertellen.7

Onderzoek doen in de geesteswetenschappen is dus nooit écht eenzaam. Je hebt altijd wel te maken met de kruisbestuiving van diverse kennisgebieden en de inspanningen van verschillende onderzoekers. En het zijn vaak dit soort boeken die smaken naar meer. Maar wat als we inderdaad meer willen lezen over één van de vakgebieden die kort voorbij kwamen in dergelijke werken? Gelukkig voor ons is er het tweede genre aan secundaire literatuur dat ik vandaag wil bespreken: de boeken die expliciet trachten hun publiek een introductie te bieden tot een bepaald vakgebied.

Expliciete introducties

Zoals iedereen weet die ooit naar enige soort school is gegaan of op een andere manier les heeft gehad, zijn er vele – zéér vele! – inleidende werken en dan ook nog in alle mogelijke soorten en maten. Voor dit blog heb ik mij daarom beperkt tot drie Engelstalige series die adequaat als laagdrempelige toegang tot talloze vakgebieden kunnen dienen voor de geĂŻnteresseerde lezer en deze daarnaast een blik vergunnen op de meest recente en spannende wetenschappelijke ontwikkelingen.

Allereerst de Very Short Introductions. Deze bescheiden boekjes worden geschreven door ‘s werelds experts betreffende het besproken onderwerp.8 Hierbij komen zo ongeveer alle vakgebieden in de wetenschap en geleerdheid wel voorbij. Vanuit mijn eigen expertise kan ik in ieder geval instaan voor de deeltjes die de oudheid, historiografie en omgevingswetenschappen betreffen. EĂ©n van mijn favorieten behandelt een onderwerp dat misschien niet direct voor de hand ligt, namelijk Dictionaries: A Very Short Introduction van Lynda Mugglestone.9 De auteur laat overtuigend zien dat er zoveel meer over woordenboeken kan worden gezegd dan je ooit voor mogelijk zou houden als je ze tot dan toe enkel weleens vluchtig geraadpleegd hebt.

De Worldboeken zijn omvangrijker en diepgaander dan onze vorige serie. Zij bestaan uit een reeks essays door de meest invloedrijke geleerden in bepaalde vakgebieden. Zoals The Egyptian World over het oude Egypte en The Fairy Tale World over – inderdaad – folklore van over de hele
 wereld.10 Deze boeken vormen niet zozeer een allesomvattende introductie op hun onderwerp, maar ze geven je een goed overzicht en laten zien hoeveel interessante kwesties er zijn in de uitverkoren werelden. De focus ligt hierbij voornamelijk op het verleden, maar er is een aantal verrassende werelden die je wellicht ook een leesbeurt waard vindt. Let er wel op dat enkele edities al wat ouder zijn en daarmee misschien lichtelijk gedateerd kunnen blijken.

Van de Companion-boeken zijn er verschillende series, want diverse uitgevers hanteren dit format, Op het eerste gezicht lijken deze boeken – nogal op de Worldboeken: het gaat om een serie essays, geschreven door experts betreffende een bepaald afgebakend onderwerp. Maar de essays zijn hier strikter gefocust op de belangrijkste aspecten van een vakgebied. Een aantal van de essays in A Companion to Ancient Near Eastern Languages vereist bijvoorbeeld toch wel wat voorkennis om volledig tot hun recht te komen.11 Dit maakt deze boeken iets minder toegankelijk, maar je hebt zo wel een beter overzicht van het onderwerp en je krijgt – afhankelijk van de publicatiedatum – een goed idee van waar een vakgebied op dat moment staat. Inclusief nieuwe en soms verrassende inzichten. Wees wel op je hoede voor de verschillen tussen de diverse edities. Een aantal hiervan vervangt namelijk essays uit de eerdere drukken met geheel nieuwe hoofdstukken die misschien niet aansluiten bij jouw eigen interesses.

Conclusie: altijd blijven lezen

Laat ons vandaag afsluiten met een belangrijk verschil tussen primaire bronnen en secundaire literatuur. Een verschil waar ik al terloops aan refereerde. Secundaire literatuur kan achterhaald raken. De informatie die erin te vinden is, kan incompleet blijken te zijn of verdrongen zijn door nieuwe inzichten. Zeker waar het de drie series betreft die ik hierboven besprak, is het verstandig om op te passen voor de enkele edities die al wat ouder zijn en daarom wellicht lichtelijk gedateerd. En dit is nĂłg een reden waarom het altijd loont om te blijven lezen over alles dat je interesseert en dat je onder ogen komt.

Hopelijk heeft de bovenstaande lofzang op secundaire literatuur en de daarmee gepaard gaande aanbevelingen je in ieder geval geholpen om meer informatiebronnen te vinden over onderwerpen die je boeien en waar je meer over wilt leren. Tot er volgende week weer een nieuw blog op Bildungblocks te lezen valt, natuurlijk.

Bureau

Schakel JavaScript in je browser in om dit formulier in te vullen.

Voetnoten

  1. Nelson Cowan, What Are the Differences between Long-Term, Short-Term, and Working Memory?”, in: Wayne S. Sossin et al (red.), Essence of Memory (Amsterdam: Elsevier, 2008), p. 323-338. Richard Desjardins, Political Economy of Adult Learning Systems: Comparative Study of Strategies, Policies and Constraints (Londen: Bloomsbury, 2017), p. 22; Jan Kalenda, Jitka Vaculíková & Ilona Kočvarová, “Gender Inequality in Adult Education: A Comparative Study of Four adult Learning Systems”, Cogent Education 2024, 11 (1), p. 1-2.
  2. Hannah R. Rothstein, “Accessing Relevant Literature”, in: Harris Cooper et al (red.), APA Handbook of Research Methods in Psychology – Vol. 1: Foundations, Planning, Measures, and Psychometrics (Washington: American Psychological Association, 2012), p. 133.
  3. Jacky L. Scully, Disability Bioethics: Moral Bodies, Moral Difference (Lanham: Rowman & Littlefield, 2008), p. 64-84.
  4. Anthony Kaldellis, The New Roman Empire: A History of Byzantium (Oxford: Oxford University Press, 2024). En zoals dat inmiddels gebruikelijk is op Bildungblocks heb ik je weer aan het Romeinse Rijk laten denken!
  5. Michel-Rolph Trouillot, Silencing the Past: Power and the Production of History (Boston: Beacon Press, 1995).
  6. Paul Erdkamp, “A Historian’s Introduction to Paleoclimatology”, in: Paul Erdkamp, Joseph Gilbert Manning & Koenraad Verboven (red.), Climate Change and Ancient Societies in Europe and the Near East: Diversity in Collapse and Resilience (Cham: Palgrave Macmillan, 2021), p. 2, 4-5.
  7. En dat is niet omdat-ie het niet gebrobeerd heeft, zie: Anastasios A. Tsonis & Christos S. Zerefos, Aristotle’s Meteorologica (Oxford: Archaeopress, 2020).
  8. Charlie Remy, “Oxford University Press Very Short Introductions”, The Charleston Advisor 2014, 16 (2), p. 38-41. Er is trouwens ook een Nederlandstalige variant op dit concept, de serie Elementaire deeltjes, zie bijvoorbeeld: Hugo Koning, Mythologie (Elementaire Deeltjes – 52) (Amsterdam: Amsterdam University Press, 2015).
  9. Lynda Mugglestone, Dictionaries: A Very Short Introduction (Oxford: Oxford University Press, 2011).
  10. Toby Wilkinson (red.), The Egyptian World (Abbingdon: Routledge, 2007); Andrew Teverson (red.), The Fairy Tale World (Abbingdon: Routledge, 2019).
  11. Rebecca Hasselbach-Andee (red.), A Companion to Ancient Near Eastern Languages (Hoboken: John Wiley & Sons, 2020).