Net als bij jonge ouders die het vinden van een oppas voor zaterdagavond bleven uitstellen, verwijlden kinderen in het archeologische onderzoek naar de ijstijd tot voorkort vooral op de achtergrond.1 Zowel de ouders als de archeologen zullen hier hun drijfveren voor hebben, begrijpelijke alsmede minder begrijpelijke. Om voor hand liggende redenen – en met excuses voor eventueel meelezende jonge ouders – zullen we het vandaag vooral hebben over de archeologen. Waarom vond deze tak van wetenschap kinderen tot relatief recent veelal van ondergeschikt belang? En kan onze kennis van het verre verleden vergroot worden door meer aandacht te besteden aan de jongere mensen in de ijstijd? Al deze vragen – en meer! – zullen hieronder worden beantwoord. Deze antwoorden zijn voor het grootste deel gebaseerd op een geweldig boek over dit onderwerp, Growing up in the Ice Age: Fossil and Archaeological Evidence of the Lived Lives of Plio-Pleistocene Children van paleontologisch archeoloog April Nowell. En ik kan dit boek aan iedereen aanraden wier interesse na dit blog is gewekt.2