De dood van Plato

Sommige beroemde mensen hebben wellicht net zoveel bekendheid verkregen door hun dood als met hetgeen waar zij zich aanvankelijk mee in de kijker speelden. Men kan hierbij onder andere denken aan de beruchte ‘club van 27’. Dit is een aanduiding voor legendarische muzikanten, zoals Kurt Cobain en Amy Winehouse, die tragisch kwamen te overlijden toen zij 27 waren.1 Maar ook filosofen kunnen zulk een lugubere roem vergaren.2 De dood van Socrates is bijvoorbeeld in zo ongeveer elke kunstvorm wel een keer voorbijgekomen.3 Men is blijkbaar nog steeds gefascineerd door het relaas van de afgedwongen zelfmoord van deze filosoof uit het oude Griekenland, omdat hij weigerde zichzelf te redden door zijn manier van leven aan te passen.4 Maar als je een morbide sterveling bent zoals ikzelf, dan heb je je vast weleens afgevraagd hoe andere imposante historische figuren aan hun einde zijn gekomen. Er zijn namelijk zoveel bekende namen uit de geschiedenis waarvan het sterven nog geen onderdeel is van onze algemene ontwikkeling. Zoals Socrates’ bekendste leerling, die andere oude Griekse filosoof die de meeste mensen ter plekke kunnen noemen – en een gezellig cd-winkel – Plato.

Van Socrates’ dood hebben we een aantal verslagen – onder andere van Xenophon en Plato zelf – maar bij onze huidige onderneming moeten we het doen met relatief weinig bronnen.5 In tegenstelling tot Plato lijken we echter een meevaller te hebben gehad. Want recent zijn delen van een beschadigde papyrusrol leesbaar gemaakt die ons meer details geven over zijn dood. Deze rol was gevonden in een villa nabij Herculaneum, een stad die onder een laag vulkanisch puin werd begraven gedurende de begintijd van het Romeinse Rijk en daardoor bewaard bleef voor moderne archeologen.6 In dit blog zal ik eerst kort Plato’s opmerkelijke leven bespreken – aangezien dat vaak over het hoofd wordt gezien ten faveure van discussies over zijn intellectuele inzichten, of het gebrek daaraan. Daarna bekijken we wat er grofweg al bekend was over zijn dood en wat onze gebarbecuede bron aan nieuwe informatie heeft te bieden.

Dit blog is ook beschikbaar in het Engels.

De twaalf stielen en dertien ongelukken van Plato

Het leven van Plato is weleens omschreven als een “opeenvolging van tegenslagen.”7 De filosoof werd rond 421 v.Chr. geboren, kort voor of nadat zijn familie van het eiland Egina naar Athene verhuisde.8 En hij bracht zijn jeugd door in die beroemde stad terwijl de Peloponnesische oorlog voortraasde en de verschrikkelijke plaag net in ernst aan het afnemen was.9 Ten tijde van hun verhuizing zou Plato’s vader Ariston sterven en zag zijn moeder Perictione zich gedwongen om haar oom te huwen
 Maar laat ons dĂĄĂĄr niet al te lang bij stilstaan!10 Plato’s familie was welgesteld, invloedrijk en kon bogen op een nobele afkomst – hoewel hun bewering van koninklijke bloede te zijn dubieus is.11 Als tiener zal Plato getuige zijn geweest van de nasleep van de catastrofale Atheense expeditie naar SiciliĂ« – een eiland dat nu onderdeel is van ItaliĂ«. En enkele jaren later, toen hij begin twintig was, moet hij de uiteindelijke nederlaag van zijn stad en de zege van de Spartanen en hun bondgenoten hebben meegemaakt.12 Rond deze periode heeft Plato zich wellicht ontpopt als een bekwame worstelaar.13 Toch is de bewering dat hij de naam Î Î»ÎŹÏ„Ï‰Îœ (PlĂĄtƍn) te danken had aan zijn brede gestalte en dat deze afgeleid was van het Griekse woord voor ‘breed’, weinig overtuigend. Niet alleen was ‘Plato’ een normale naam in deze periode, maar het regelmatig voorgestelde alternatief – ‘Aristocles’, de naam van zijn grootvader – zou niet gegeven zijn aan één van de jongere kleinzoons.14 Ongeacht hoe de jongeman heette, zijn toekomst zou in de filosofie liggen. En dit lot werd bezegeld door zijn fascinatie met de reeds genoemde Socrates, die bevriend was met enkele van Plato’s familieleden. Er wordt wel gezegd dat Plato zijn droom opgaf om tragedies te schrijven teneinde zich toe te leggen op de filosofie, maar dit regelmatig herhaalde verhaal lijkt apocrief te zijn.15 De precieze aard van de verhouding tussen Plato en Socrates is nog steeds onduidelijk.16 Maar we weten wel dat het ter dood veroordelen van Socrates door een Atheense jury, vanwege aantijgingen van goddeloosheid en het bederven van jonge mensen middels ongeoorloofde ideeĂ«n, een grote indruk maakte op Plato.17

Nadat Socrates vervolgens zelfmoord had gepleegd, verliet Plato Athene voor een tijdje. Toen hij terugkeerde, kocht hij wat land nabij het gymnasium en stichtte zijn beroemde Academie.18 Maar Plato deed meer dan een school stichten en daar les geven – zoals je ongetwijfeld weet – hij schreef ook. En vele van zijn werken, zoals de Politeia en de Nomoi, beĂŻnvloeden ook nog vandaag de dag de filosofie, het politieke denken en vele andere studiegebieden. Men neemt aan dat in de tijd dat hij het hoofd van de Academie was, Plato ook enkele reizen naar de stad Syracuse op SiciliĂ« ondernam, opdat hij de lokale heerser kon bijstaan. Deze kans om zijn politieke ideeĂ«n te implementeren, liep echter op weinig uit. Want Plato lijkt niet in staat te zijn geweest om de heerser van Syracuse te overtuigen van zijn standpunten.19 En zijn bezoeken konden het ontstaan van wanorde in de stad niet voorkomen, inclusief de dood van een dierbare vriend en diverse machtswisselingen.20 Deze periode levert ons wel een amusante anekdote op, die waarschijnlijk te mooi is om waar te zijn. Toen de filosoof zich klaarmaakte om Syracuse te verlaten, zo wordt verteld, vroeg de heerser aan Plato of hij nu thuis verschrikkelijke dingen ging vertellen over zijn ervaringen op SiciliĂ«. Hierop schijnt Plato te hebben geantwoord dat het hem ten zeerste zou verbazen als men op de Academie zo weinig te bespreken had dat zij de heerser van Syracuse ĂŒberhaupt zouden moeten noemen!!21 Iets wat ik hier daarom ook vermeden heb.

Na dit veelbewogen leven, verliep het overlijden van Plato rond 347 v.Chr. relatief vredig.22 In onze bronnen vinden we weinig informatie over de doodsoorzaak, maar we lezen wel dat de oude filosoof leed aan koortsaanvallen.23 Toch was de dood van Plato wellicht net zo uniek als die van zijn eertijdse leraar Socrates, zelfs zonder zulke dramatische omstandigheden. Want de voortzetting van de institutionele structuur van de Academie nadat de oprichter ervan overleed, was een primeur in de intellectuele geschiedenis van Athene.24 Het is dan ook niet meer dan passend dat Plato ergens op het terrein van zijn Academie begraven is. Dit waren min of meer de feiten die reeds bekend waren over de laatste momenten van Plato’s leven, tot we de overblijfselen van een huis nabij Herculaneum ontdekten dat wordt geassocieerd met ene Philodemus van Gadara.

Geschreven schatten uit Herculaneum

Pompeii is wellicht de bekendste archeologische vindplaats ter wereld.25 De antieke stad was recentelijk nog het onderwerp van tenminste twee popliedjes, Above the Clouds of Pompeii van Bear’s Den en Pompeii van Bastille.26 Nadat deze nederzetting nabij de Baai van Napels in het zuiden van ItaliĂ« in 79 n.Chr. begraven werd onder vulkanisch puin, uitgebraakt door de vreeswekkende Vesuvius, is zij opmerkelijk goed bewaard gebleven. Zodoende hebben we heel veel kunnen leren over het leven in de oudheid sinds Pompeii in de achttiende eeuw n.Chr. herontdekt werd.27 Pompeii was echter niet de enige stad die dit grimmige lot ten deel viel. Het vlakbij gelegen Herculaneum was net zo ongelukkig – en biedt ons nog zulk een gruwelijke archeologische schatkist.28 Omdat Herculaneum ook nog eens overspoeld werd met modder, waren sommige fragielere artefacten hier zelfs beter beschermd tegen de tand des tijds dan in Pompeii zelf.29 En in Herculaneum hebben we teksten gevonden die ons meer inzicht geven in de dood van Plato. Deze teksten lagen in een huis met één van de meest uitgebreide papyruscollecties uit de oudheid die bewaard is gebleven. De eigenaar van zowel het huis als de collectie wordt nog druk bediscussieerd. Naast de voornoemde Philodemus, die zelf ook een filosoof was, zijn er velen gesuggereerd – inclusief de schoonvader van Julius Caesar!30 Maar als het de eerstgenoemde was, dan zou het logisch zijn dat hij – zoals zoveel filosofen voor en na hem – een uitgebreide en indrukwekkende persoonlijke bibliotheek had ingericht. Dankzij deze ontdekking konden we, zelfs voor de recente ontcijfering van delen van een papyrusrol die tot dan toe onleesbaar waren, al een hoop meer te weten komen over het verleden. Er zijn hier zelfs zoveel teksten gevonden, dat het hele huis de bijnaam ‘de villa van de papyri’ verwierf!31  En deze verkregen kennis omvat ook informatie over Plato en zijn Academie.32 Wat betreft Plato’s laatste dagen was het bijvoorbeeld reeds duidelijk geworden dat hij tijd doorbracht in het bijzijn van iemand die de Chaldese bezoeker wordt genoemd. Van deze bezoeker wordt wel gedacht dat hij een astroloog uit MesopotamiĂ« was – grofweg het moderne Irak en delen van SyriĂ« – en dat deze wellicht trachtte om Plato’s ziekte te remediĂ«ren middels muziek.33 Zulke details kunnen nu nog verder aangevuld worden met behulp van de technologische vooruitgang.

Want de gedeeltelijke ontcijfering van de papyrusrol die kort geleden de ronde deed in het nieuws was geen sinecure. Het bestaan van deze rol, die delen van een boek over de geschiedenis van de filosofie bevat dat geschreven was door Philodemus zelf, was reeds lang bekend. Maar de rollen die samen dit boek vormen, waren door de bank genomen nogal broos en slechts gedeeltelijk leesbaar. Met behulp van een techniek die men aan de Universiteit van Kentucky in de Verenigde Staten van Amerika reeds uitgeprobeerd had, alsmede met steun van Europese subsidies, lukte het een onderzoeksteam onder leiding van Graziano Ranocchia van de Universiteit of Pisa om één van deze rollen digitaal af te wikkelen en vervolgens te lezen. Zodoende kunnen we nu een groter deel van Philodemus’ boek tot ons nemen dan voorheen mogelijk was.34 Dit wist het onderzoeksteam te bewerkstelligen door het subtiele verschil te meten tussen licht dat van inkt afkaatst en licht dat slechts onbeschreven papyrus tegenkomt.35 De resultaten zijn, voor zover ik kon vinden althans, nog niet gepubliceerd. Maar de opmerkingen van leden van het team en andere experts, zoals deze op zijn geschreven door journalisten, ogen zeer interessant. Niet alleen dat, zij sluiten ook aan op de eerdere onthullingen over Plato en zijn Academie, die naar voren kwamen bij de bestudering van andere vondsten uit de villa van de papyri.36

De recentelijk leesbaar gemaakte delen van de papyrusrol leren ons dat Plato zich tijdens zijn laatste dagen nog steeds kweet van zijn plichten als gastheer, ondanks zijn klaarblijkelijke ziekte. Hij had de voornoemde Chaldese bezoeker over de vloer, terwijl hijzelf aan koortsaanvallen leed. En we weten nu wat Plato’s reactie was op de muziek die werd gespeeld tijdens zijn laatste uren: de knorrige denker was niet onder de indruk van de geleverde melodische inspanningen.37 Dit verheugde zijn vrienden, die hoopten dat zijn ontevredenheid een teken was dat de oude filosoof aan het herstellen was.38 Ook de locatie van Plato’s graf is weer een stukje concreter geworden, nu we meer van deze papyrusrol kunnen lezen. In plaats van slechts een algemeen idee dat hij ergens op het terrein van de Academie was begraven, wordt nu duidelijk dat de filosoof ter aarde werd besteld nabij het heiligdom van de Muzen, het Museion. En nu Plato’s laatste rustplaats bekend is, kunnen we wellicht ook onze eigen zoektocht naar meer details over het leven van deze oude Griekse filosoof te ruste leggen.

Of misschien toch niet? Want de veronderstelde schrijver van het boek dat bewaard is gebleven op onze verschroeide papyrusrol, Philodemus, leefde eeuwen later dan Plato en zijn werk volgde daarenboven wellicht deels bepaalde conventies die de antieke biografieĂ«n over Griekse filosofen karakteriseerden. Bovendien zijn er ook andere antieke kronieken over Plato’s dood, die op een aantal punten verschillen. Hoewel deze kronieken eveneens lang na het verscheiden van de filosoof zijn opgeschreven, zoals die van de hand van Diogenes Laertius. Men kan daarom suggereren, zoals Bert van den Berg van de Universiteit Leiden doet, dat deze nieuwe details over Plato’s dood simpelweg reflecteren hoe leden van de Academie wensten dat de wereld zich hun oprichter zou herinneren.39 Het staat echter buiten kijf dat de betere leesbaarheid van deze geblakerde bron niet alleen een knap technologisch staaltje is, maar ons ook weer een nieuw stukje aanreikt dat past binnen de ingewikkelde puzzel die de reconstructie van Plato’s leven is – zelfs louter wordt weergegeven welke indruk de mensen in het verleden aan anderen wilden meegeven van deze oude Griekse filosoof.

Conclusie: relatieve onsterfelijkheid

De wijzen van onsterfelijkheid die ons momenteel ter beschikking staan, zijn over het algemeen nogal gruwelijk. De contouren van de lichamen en kleding van sommige van de mensen die stierven in het inferno van Pompeii, zijn bijvoorbeeld bewaard gebleven in de vulkanische as en omgetoverd tot gipsen standbeelden nadat hun stad herontdekt werd.40 En zo kunnen we vandaag inwoners van het Romeinse Rijk aankijken – als men tenminste geen bezwaar heeft tegen de frequente uitdrukkingen van doodsangst. De onsterfelijkheid die Plato ten deel viel, zo bekend zijn vanwege je geschriften dat elk nieuw detail over je leven nog steeds wereldwijd de kranten haalt, is dan wellicht te verkiezen!

Deze specifieke manier waarop men kan blijven voortbestaan, die we ook tegenkwamen toen we de nalatenschap van de Gothische taal bespraken, kan men misschien ook met huidige inspanningen verkrijgen. Ook al zullen we nooit weten of het ons werk is dat deel wordt van het corpus dat over eeuwen of zelfs millennia nog gelezen wordt, toch kan het een steun zijn om aan deze mogelijkheid te denken wanneer je vastloopt met een project. Vooral als je alleen maar een luchtig blog wilde schrijven over een recente wetenschappelijke ontdekking en het vervolgens bleek dat dit onderwerp veel ingewikkelder en veel meer omstreden was dan je aanvankelijk vermoedde. Dus ik duim maar dat dit mij een volgende keer bespaard blijft!

Schakel JavaScript in je browser in om dit formulier in te vullen.

Voetnoten

  1. Martin Wolkewitz, Arthur Allignol, Nicholas Graves & Adrian G Barnett, “Does the 27 club exist?” BMJ: British Medical Journal 2011, 343 (7837), p. 1284-1286.
  2. Costică BrădătÌŠan, Dying for Ideas: The Dangerous Lives of the Philosophers (Londen: Bloomsbury Academic, 2015).
  3. Vasileios Zagkotas & Ioannis Fykaris, “Approaching the ‘Death of Socrates’ Through Art Education: A Teaching Proposal and the Introduction of a New Typology for Teaching with Similar Artworks, Journal of Classics Teaching 2022, 23 (45), p. 60-72.
  4. Anthony Gottlieb, The Dream of Reason: A History of Western Philosophy from the Greeks to the Renaissance (Londen: W.W. Norton & Company, 2016), p. 137; Trevor J. Saunders, “Introduction”, in: Plato, The Laws, vertaald door Trevor J. Saunders (Londen: Penguin Books, 2004), p. xxvi; Pierre Hadot, Filosofie als een Manier van Leven, vertaald door Zsuzsó Pennings (Amsterdam: Ambo, 2012), p. 37-39.
  5. Saunders, “Introduction”, p. xxv. Het relevantst zijn Xenophons Herinneringen aan Socrates en de Apologie van Socrates voor de Rechtbank en Plato’s Euthyphro, Crito, de Phaedo, en de Apologie van Socrates, zie: Sam Silverman, “The Death of Socrates: A Holistic Re-Examination”, Omega: Journal of Death and Dying 2010, 61 (1), p. 72.
  6. Rhys Blakely, “Technology Rolls Back the Centuries to Offer Glimpse of Plato the Dutiful”, The Times April 30th 2024, News, p. 3. Beschouw dit vooral als de inmiddels traditionele aanmoediging om even aan het Romeinse Rijk te denken!
  7. “[A] series of frustrations”, zie: Nicholas Pappas, The Routledge Guidebook to Plato’s Republic (New York: Routledge 2013), p. 19.
  8. Voor de onzekerheden die er nog steeds bestaan met betrekking tot Plato’s geboortedatum en -plaats, zie: Robin Waterfield, Plato of Athens: A Life in Philosophy (Oxford: Oxford University Press, 2023), p. 3.
  9. Pappas, The Routledge Guidebook to Plato’s Republic, p. 20.
  10. Waterfield, Plato of Athens, p. 10; Saunders, “Introduction”, p. xxiv-xxv. De naam van Plato’s moeder is wellicht onzeker, zie: Christopher Rowe, “Plato”, in: David Sedley (red.), The Cambridge Companion to Greek and Roman Philosophy (Cambridge: Cambridge University Press, 2003), p. 106.
  11. Gottlieb, The Dream of Reason, p. 182. Ook Plato zelf was sceptisch, zie: Waterfield, Plato of Athens, p. 7.
  12. Pappas, The Routledge Guidebook to Plato’s Republic, p. 20. Waterfield, Plato of Athens, p. 4-6.
  13. Waterfield, Plato of Athens, p. 16-17.
  14. Ibidem, p. 7-8.
  15. Pappas, The Routledge Guidebook to Plato’s Republic, p. 21.
  16. Ibidem.
  17. Saunders, “Introduction”, p. xxiv-xxvi; Hans Nieuwenhuis, Waartoe is het Recht op Aarde? (Den Haag: Boom Juridische Uitgevers, 2006), p. 159-160.
  18. Pappas, The Routledge Guidebook to Plato’s Republic, p. 22. Voor een relatief recent historisch overzicht van de Academie, zie: Matthias Haake, “The Academy in Athenian Politics and Society: Between Disintegration and Integration – The First Eighty Years (387/6–306/5)”, in: Paul Kalligas, Chloe Balla, Effie Baziotopoulou-Valavani & Vassilis Karasmanis (red.), Plato’s Academy: Its Workings and its History (Cambridge: Cambridge University Press, 2020), p. 67-74.
  19. Waterfield, Plato of Athens, p. 197-200; Pappas, The Routledge Guidebook to Plato’s Republic, p. 22-23. Er zijn zelfs bronnen te vinden die suggereren dat Plato in slavernij werd gevoerd na één van zijn bezoeken aan Syracuse en gered moest worden door zijn vrienden, zie: Gottlieb, The Dream of Reason, p. 185.
  20. Waterfield, Plato of Athens, 203-205. Deze tegenslagen zijn ons echter vooral bekend uit latere bronnen, alsmede één van de brieven die worden toegeschreven aan Plato, maar die opgesteld lijkt te zijn om hem(zelf) te verdedigen tegen aantijgingen van ongeoorloofde bemoeienis met de gang van zaken in Syracuse, zie: Pappas, The Routledge Guidebook to Plato’s Republic, p. 23; Rowe, “Plato”, p. 122, noot 1.
  21. Waterfield, Plato of Athens, p. 200.
  22. Rowe, “Plato”, p. 106; James V. Schall, “The Death of Plato”, The American Scholar 1996, 65 (3), p. 403.
  23. Waterfield, Plato of Athens, p. 221-222.
  24. Haake, “The Academy in Athenian Politics and Society”, p. 71.
  25. Mary Beard, Pompeii: Het Dagelijks Leven in een Romeinse Stad, vertaald door Boukje Verheij (Amsterdam: Athenaeum-Polak & Van Gennep, 2009), p. 14.
  26. James Christopher Monger, “Bear’s Den Biography”, Allmusic (geraadpleegd op 29 mei 2024); Heather Phares, “Bad Blood Review”, Allmusic (geraadpleegd op 29 mei 2024).
  27. Beard, Pompeii, 32.
  28. Frits Naerebout & Henk Singor, De Oudheid: Grieken en Romeinen in de Context van de Wereldgeschiedenis (Amsterdam: Ambo, 2010), p. 33; Mary Beard, SPQR: A History of Ancient Rome (Londen: Profile Books, 2016), p. 445-446. Hoewel niet iedereen die mening altijd en overal lijkt te zijn toegedaan geweest, zie: Anthony Snodgrass, “What is Classical Archeology? Greek Archeology”, in: Susan E. Alcock & Robin Osborne, Classical Archeology (Second Edition) (Malden: Blackwell Publishing, 2012), p. 15.
  29. Jerome Moran, “As Clear as Herculaneum Mud: A Plea for Clarity”, The Journal of Classics Teaching 2024, 25 (49), p. 65.
  30. Ibidem. Als we moeten afgaan op het bewijs dat momenteel tot onze beschikking staat, lijkt Philodemus de meest waarschijnlijke kandidaat voor degene die de papyruscollectie inrichtte, zie: Mario Capasso, “Who Lived in the Villa of the Papyri at Herculaneum: A Settled Question?”, in: Mantha Zarmakoupi (red.), The Villa of the Papyri at Herculaneum: Archaeology, Reception, and Digital Reconstruction. (Berlin: De Gruyter, 2010), p. 111-112.
  31. Zie in het algemeen: Kenneth D. S. Lapatin (red.), Buried by Vesuvius: The Villa dei Papiri at Herculaneum (Los Angelos: J. Paul Getty Museum, 2019).
  32. Paul Kalligas, Voula Tsouna & Myrto Hatzimichali, “Philodemus’ History of the Philosophers: Plato and the Academy (PHerc. 1021 and 164)”, in: Paul Kalligas, Chloe Balla, Effie Baziotopoulou-Valavani & Vassilis Karasmanis (red.), Plato’s Academy: Its Workings and its History (Cambridge: Cambridge University Press, 2020), p. 276-277.
  33. Waterfield, Plato of Athens, p. 222. Plato lijkt trouwens niet altijd onder de indruk te zijn geweest van zulke experts, zie: Sarah Iles Johnston, “Mysteries”, in: Sarah Iles Johnston (red.), Religions of the Ancient World: A Guide (Cambridge: The Belknap Press of Harvard University Press, 2004), p. 109. Om verwarring te voorkomen, stip ik aan dat in latere tijden de aanduiding ‘ChaldeeĂ«r’ ook kon aangeven dat iemand zich slechts bekwaamd had in de ambachten die met MesopotamiĂ« werden geassocieerd, zie: Marc van de Mieroop, Philosophy before the Greeks: The Pursuit of Truth in Ancient Babylonia (Woodstock: Princeton University Press, 2016), p. 87.
  34. Lodewijk Dros, “Verkoolde Papyrusrol Onthult Laatste Uren van Plato”, Trouw 1 mei 2024, Vandaag, p. 8. Deze ontdekking is deel van een lange reeks archeologische triomfen in Herculaneum die mogelijk werden gemaakt door de technologie, zie in het algemeen: Kilian J. Fleischer, Die Papyri Herkulaneums im Digitalen Zeitalter: Neue Texte durch Neue Techniken – Eine Kurzeinführung (Berlin: De Gruyter, 2021), p. 1-4.
  35. Blakely, “Technology Rolls Back the Centuries to Offer Glimpse of Plato the Dutiful”, p. 3.
  36. Kalligas, Tsouna & Hatzimichali, “Philodemus’ History of the Philosophers”, p. 276.
  37. Dros, “Verkoolde Papyrusrol Onthult Laatste Uren van Plato”, p. 8. In sommige nieuwsartikelen over deze ontdekking lijkt gesuggereerd te worden dat de informatie dat Plato luisterde naar muziek die gemaakt werd door iemand uit ThraciĂ« nieuw is. Maar dit feit werd – voor zover ik kon vaststellen – reeds vermoed in ouder onderzoek, zie bijvoorbeeld: Schall, “The Death of Plato”, p. 407. Hoewel deze eerdere vaststelling nu wellicht nog een beetje beter onderbouwd is dan voorheen.
  38. Bert van den Berg, “Ancient Scroll Reveals New Story of Plato’s Death: Here’s Why You Should be Suspicious of It”, The Conversation (geraadpleegd op 29 mei 2024).
  39. Ibidem. Beschrijvingen van de dood van filosofen waren vaste prik in dit soort teksten, zie: Graziano Ranocchia, “A New End-title in the Herculaneum Papyri and the First Case of a Preserved subscriptio in One of the Books Assigned to Philodemus’ Systematic Arrangement of the Philosophers (PHerc. 327)”, Mnemosyne 2019, 72 (3), p. 440-441. Voor de genreconventies in geschiedkundige en biografische werken uit het oude Griekenland en antieke Rome, zie: Richard Rutherford, Classical Literature: A Concise History (Londen: Routledge, 2005), p. 104-145. Voor het aangehaalde werk van Diogenes Laertius, zie: Tiziano Dorandi, Diogenes Laertius: Lives of Eminent Philosophers (Cambridge: Cambridge University Press, 2013).
  40. Beard, Pompeii, p. 12-20.